Stoppen met roken
Wat doet roken met je lichaam?
In tabaksrook zitten veel stoffen, ongeveer 4.000. Van veertig van deze stoffen kun je kanker krijgen. Dat noemen we ‘kankerverwekkend’. Eén stof, nicotine, heeft een sterk verslavend effect. Nicotine geeft een plezierig gevoel in de hersenen. Dit plezierige gevoel zorgt voor een verlangen naar een nieuwe dosis nicotine. Ook het lichaam raakt gewend aan een bepaalde hoeveelheid nicotine in het bloed. Door de afbraak van nicotine krijgt het lichaam elke keer behoefte aan een nieuwe dosis nicotine. Deze twee processen zorgen ervoor dat de roker afhankelijk wordt van sigaretten en verslaafd raakt.
Verslaving
Roken is een verslaving. Nicotine zorgt voor de verslaving. Je ademt nicotine in door je longen. Dan gaat de nicotine met het bloed naar je hersenen. Dat gaat heel snel. Als je een trekje neemt, is de nicotine binnen 10 seconden in de hersenen. Daar zorgt de nicotine voor een speciaal effect. Na het roken van een sigaret is de nicotine snel weer weg. Je krijgt na een tijdje weer trek in een nieuwe sigaret. Hoe lang dat duurt? Dat hangt af van hoeveel sigaretten je meestal per dag rookt. Het maakt ook uit hoe je de sigaretten over de dag verdeelt. Je merkt het bij de dingen die je elke dag doet. Ook dan krijg je zin in roken. Je vindt het moeilijk om die dingen te doen zonder te roken. Roken hoort voor jou bij je leven. Dat hoort allemaal bij de verslaving.
Giftige stoffen
Er zijn drie heel bekende stoffen in rook. Dat zijn nicotine, koolmonoxide en teer.
- Nicotine laat het hart sneller kloppen. Nicotine zorgt voor een hogere bloeddruk en schade aan de binnenkant van de bloedvaten. Door nicotine worden bloedvaten nauwer. Nicotine maakt je verslaafd. De stof komt snel in de hersenen. Al in 10 seconden. Nicotine zorgt dat je steeds weer zin hebt in roken.
- Koolmonoxide zorgt voor een slechtere conditie. Koolmonoxide zit in het bloed in plaats van zuurstof. Het bloed brengt minder zuurstof door het lichaam, als je rookt. Je bent dan sneller moe bij sporten of traplopen.
- Teer veroorzaakt de rokershoest. In de longen zitten trilhaartjes. Deze trilhaartjes houden de longen schoon. Als je rookt, worden de trilhaartjes vastgeplakt. De trilhaartjes werken nietmeer goed. Je moet dan vaak hoesten om het vuil uit de longen weg te krijgen.
Hart- en vaatziekten
Als iemand rookt, gaat de rook eerst naar de longen. Daar komen een heleboel stoffen uit de rook in het bloed terecht, waaronder nicotine en koolmonoxide. Deze twee stoffen hebben een erg slechte invloed op het hart en de vaten. Jaarlijks gaan er ruim 5000 mensen dood aan hart- en vaatziekten die ze hebben gekregen door het roken. Er zijn verschillende hart- en vaatziekten:
Hoge bloeddruk
Nicotine zorgt ervoor dat de bloedvaten nauwer worden. Nicotine zorgt ook voor een hogere bloeddruk. Roken als de bloeddruk al te hoog is, is een extra nadeel voor de bloedvaten. Medicijnen tegen hoge bloeddruk werken namelijk minder goed als je rookt.
Veranderingen in de bloedvaten
Nicotine zorgt ervoor dat de binnenkant van de bloedvaten wordt beschadigd. De binnenkant van de bloedvaten wordt ruw. Het lichaam reageert hierop hetzelfde als bij wondjes: er worden korstjes gemaakt. Langzaam raakt het bloedvat verstopt: het bloed kan er niet meer goed door. Dit heet atherosclerose.
Pijn op de borst
Het hart is een spier. Een spier heeft zuurstof nodig om te kunnen werken. Als de hartspier minder zuurstof krijgt, zorgt dat voor pijn op de borst. De pijn op de borst wordt erger door roken. Nicotine zorgt ervoor dat het hart sneller gaat kloppen. Koolmonoxide zorgt dat er minder zuurstof in het bloed zit.
Hartaanval
Bij een hartaanval krijgt het hart geen zuurstof meer. Dat komt doordat de bloedvaten die zuurstof naar het hart brengen, zijn verstopt. Rokers hebben twee maal meer kans op een hartaanval.
Beroerte
Rokers krijgen vaker een beroerte dan mensen die niet roken. Dat komt door hoge bloeddruk en veranderingen aan de bloedvaten. Er zijn twee soorten beroerte: een hersenbloeding en een herseninfarct. Bij een hersenbloeding gaat een bloedvat in de hersenen stuk. Bij een herseninfarct zorgt een bloedprop voor een afsluiting van een bloedvat in de hersenen.
Etalagebenen
Mensen met ‘etalagebenen’ krijgen pijn bij een klein stukje lopen. Ze moeten dan even stilstaan tot de pijn weggaat. Deze mensen lopen alsof ze etalages bekijken. De pijn in de benen komt door veranderingen in de bloedvaten. Mensen die roken hebben vaker last van veranderingen in de bloedvaten.
Wat doet stoppen met je lichaam?
Als je stopt met roken, adem je geen rook meer in. Dat is goed voor je lichaam. Je krijgt geen kankerverwekkende stoffen meer binnen. Met sommige delen van je lichaam gaat het dan snel beter. Voor andere delen duurt het wat langer. Je krijgt ook geen nicotine meer in je lichaam. Het lichaam gaat ontwennen. Het ontwennen kan korte tijd vervelende gevoelens geven. Je hebt geleerd dat nicotine een plezierig gevoel geeft, daardoor blijf je enige tijd wel zin houden in roken. Deze behoefte zal in het begin sterk zijn, maar op lange termijn zal het verlangen steeds minder worden.
Algemeen
Als je stopt met roken, gaat het meteen beter met je lichaam. Sommige verbeteringen gebeuren heel snel. Andere hebben meer tijd nodig. Je zult je snel lekkerder voelen en op de langere termijn heb je minder kans om ziek te worden of om dood te gaan door roken.
- Twintig minuten na het stoppen worden de hartslag en bloeddruk weer normaal.
- Na acht uur is de hoeveelheid nicotine en koolmonoxide de helft minder. De hoeveelheid zuurstof in het bloed is weer normaal.
- Na twee dagen is er geen nicotine meer in het lichaam.
- Na twee dagen is het smaak- en reukvermogen aanzienlijk verbeterd.
- Tussen de twee en 12 weken verbetert de bloedcirculatie in het lichaam.
Hart
Je hart heeft er veel voordeel bij als je stopt met roken. Je hart zal meer zuurstofrijk bloed krijgen en kunnen rondpompen, waardoor je een betere conditie krijgt.
- Na één dag stoppen daalt de kans op een hartaanval al, en na een jaar heb je de helft minder kans op een hartinfarct.
- Stoppen met roken geeft je een beter vooruitzicht op herstel na een hartinfarct.
- Na een jaar is er 50% minder kans op herhaling van het infarct.
- Na een jaar is er 40% minder kans op overlijden.
- Na 15 jaar heeft de stopper een vergelijkbaar risico op een hartaanval als iemand die nooit heeft gerookt.
Longen
Ben je gestopt met roken, dan beginnen je longen aan de grote schoonmaak. Je krijgt meer lucht en kunt makkelijker ademen.
- Na één dag is alle koolmonoxide uit het lichaam. Het zuurstofgehalte van het bloed verbetert. Vooral mensen met ernstig COPD kunnen dit goed merken. Zij kunnen zich na het stoppen met roken makkelijker inspannen dan eerst.
- Na één dag beginnen de longen met het opruimen van slijm en andere resten van het roken.
- Na een paar dagen gaat het ademhalen gemakkelijker, je krijgt meer energie.
- Tussen de drie en negen maanden verminderen klachten als hoesten, piepen en benauwdheid. De achteruitgang van de longfunctie stopt en kan licht verbeteren.
- Na tien jaar daalt het risico op longkanker met de helft vergeleken bij mensen die blijven roken.
Last van stoppen
De helft van de mensen krijgt last als ze stoppen met roken. Dat is een goed teken: je lichaam maakt zich vrij van nicotine. Een vervelend gevoel, dat wel, maar het gaat voorbij. Binnen twee à drie dagen is alle nicotine uit je lichaam. Het duurt wat langer voordat het niet meer gewoon is om een sigaret te pakken. Ongeveer twee maanden. Als je stopt, kan dit met je gebeuren:
- Je krijgt zin om te roken.
- Je wordt snel boos.
- Je bent niet zo scherp als normaal.
- Je bent onrustig.
- Je voelt je niet goed.
We noemen dit ook wel ontwenningsverschijnselen.
Bijna alle stoppers worden wat zwaarder. Sommigen 2,5 kilo, anderen 6 kilo. Hoe dat komt? De maag en darmen van rokers werken sneller door het roken. Als je stopt, dan gaat dat terug naar normaal. Er zijn stoppers die meer dan 6 kilo erbij krijgen. Dat komt doordat ze iets anders willen in plaats van roken. Eten of snoep meestal.
Hulp bij stoppen
Stoppen met roken is moeilijk voor de meeste rokers. De kans dat stoppen lukt, is veel groter wanneer je hulp krijgt. Er is veel keus. Sinds 1 januari 2011 wordt begeleiding bij stoppen met roken vergoed vanuit de basisverzekering. Je zorgverzekeraar sluit hiervoor contracten met organisaties/personen die begeleiding aanbieden in de vorm van een stoppen-met-roken programma. De zorgverzekeraars kunnen voorwaarden stellen aan de vergoeding. Een aantal zorgverzekeraars stelt als voorwaarde een verwijzing door de huisarts. Bij sommige zorgverzekeraars valt de begeleiding onder het wettelijk verplicht eigen risico. Voor 2011 bedraagt dit minimaal (afhankelijk van je polis) € 170,-. Als je dit bedrag nog niet opgemaakt heeft aan andere zorg, dan zal het resterende bedrag bij je in rekening gebracht worden door de zorgverzekeraar. Je kunt bij je zorgverzekeraar informeren waar je terecht kunt voor een stoppen-met-roken programma en welke voorwaarden er gelden. In combinatie met de begeleiding worden ook nicotinevervangers en medicijnen voor stoppen met roken vergoed. De zorgverzekeraar kan ook hieraan voorwaarden verbinden. Bijvoorbeeld via welke apotheek de middelen besteld moeten worden. De medicijnen kunnen alleen voorgeschreven worden door een arts. Omdat de medicijnen en nicotinevervangers alleen vergoed worden in combinatie met een stoppen-met-rokenprogramma, kan de zorgverzekeraar of apotheek vragen om een stoppen-met-rokenverklaring. Dat is een bewijs dat je daadwerkelijk een stoppen-met-rokenprogramma volgt. Voor meer informatie over de voorwaarden van vergoeding van nicotinevervangers en medicijnen verwijzen we je naar je zorgverzekeraar.
Volg ons op...